De Samojeden Hond

herdruk uit "The Field" 21 augustus 1909

 

Dat de belangstelling voor het samojedenras groeiende is blijkt uit het inschrijven van groepen zeer goede honden op verscheidene van de toonaangevende shows, sinds de Kennelclub de registratie heeft goedgekeurd van een club met als doel het fokken van dit ras aan te moedigen, en bovendien kampioenschaps certificaten heeft verleend. De heer E.Kilburn Scott en wijlen de heer G.Dalziel hadden een groot aandeel in de geweldige vlucht die het ras genomen heeft. Maar de samojeed bezit naast zijn schoonheid zoveel goede punten, dat het geen verwondering zal wekken, dat de poolhonden de meest geliefde van alle rassen lijken te worden.

Lady Tichborne die vele jaren een aantal samojeden gehad heeft kocht er onlangs een paar van mw Kilburn-Scott . Andere pups zijn geleverd aan de dames Burghclere, Cameron, Ilchester, Dundas, Russel, Sitwell, Margaret Crichton Stuart, Whittaker, Williams en de heren  Claude Alexander, Sydney Buxton en Sir Ernest Cassel. De koningin heeft nog steeds Jacko in haar bezit, die vele prijzen gewonnen heeft. Zijn nakomelingen worden in Engeland en Ierland gevonden, zelfs tot in Californie, waar er kort geleden uit een vooraanstaande Engelse kennel een heen gezonden  is.

                                    TheKennelAfb1

Samojeden uit de kennel van mw Kilburn-Scott

 

De Russische prinses Olga Scherbatof  en Troubetskoy zijn ook bewonderaars van de samojeed. Mousie, een heel fraaie hond in het bezit van eerstgenoemde, is onlangs overleden maar hij heeft een goed nakomelingschap nagelaten in de kennel in Moskou. De lijn zal voortgezet worden, omdat de honden van prinses Troubetskoy op de beste shows van het continent wel bekend zijn, en een groep van drie het op de tentoonstelling in Parijs heel goed gedaan heeft.

Het ras is zo'n twintig jaar geleden in Engeland geïtroduceerd, toen de eerste hond gekocht werd van een stam in de provincie Archangel in het noord-oosten van Rusland. Maar het is een misvatting dat het eskimo-honden zijn, zoals veel mensen denken. De typische samojeed is wit, en stamt waarschijnlijk af van de witte Siberische wolf. Er is geen twijfel dat ze werkelijk gedomesticeerd zijn, omdat de intelligentie en het vermogen van samojeden om kunstjes te leren vrij opmerkelijk is. Ze zijn ook uiterst vriendelijk tegen kinderen. De eskimohond daarentegen stamt af van de grijze wolf en weerstaat nog steeds alle pogingen om hem te temmen.

Nansen gebruikte de samojeed op zijn expeditie naar het uiterste noorden. Omdat er ook op andere expedities gebruik van hem werd gemaakt, houdt hij het record om dichter bij beide polen naar de zon geblaft en naar de maan gehuild te hebben, dan enige andere hond. Duizenden jaren hebben de leden van de stam waar ze hun naam aan ontlenen de honden gebruikt om de immense rendierkuddes, die grazen op de toendra's van Noord-Oost Rusland, West Siberië, Nova Zembla, Kolguev en Waigatz, te verzamelen en voort te drijven. Ze worden ook als waakhonden gebruikt, en om boten en sledes te trekken. Eigenlijk behoeft men alleen de boeken van de poolonderzoekers te lezen om de rol van deze kranige en geharde honden bij de ontdekkingstochten te waarderen.

Suggen, een van de twee honden meegenomen door Nansen, die de dertig andere overleefden, was de favoriete hond van Johanssen, die over hem schreef: "Klaarblijkelijk een persoonlijkheid van belang onder de honden. Hij neemt nooit deel aan gevechten, en al de andere honden geven aan hem toe. Hij is een soort opperhoofd, en niet vastgelegd zoals de andere. Hij gaat waar hij wil, en heeft zijn eigen kennel."

Het voedselprobleem maakt het bijna onmogelijk om rendieren of pony's te gebruiken op expedities zoals de Jackson-Harmsworth en die van Nansen, maar honden eten hetzelfde voedsel als hun meesters, namelijk pemmican, maar ook beren-, walrus- of zeehondenvlees. Wanneer het echt krap wordt, wat op meer dan één expeditie het geval was,  worden de zwakste honden gedood om de andere te voeden, en in het uiterste geval worden ze voedsel voor de onderzoekers zelf. De inboorlingen blijken vaker hun honden op te eten als er tekort aan rendiervlees of vis is. In ons land wordt de samojeed alleen als waak- en gezelschapshond gehouden, hoewel hij goed getraind kan worden in de bestrijding van ongedierte.

                                     TheKennelAfb3

Pearlene, geboren op de Jackson-Harmsworth Expeditie

 

In z'n algemene verschijning is hij elegant en maakt een stevige indruk, terwijl zijn hellende schouders en goed gehoekte achterhand duiden op snelheid en vrijheid in z'n bewegingen.  Zijn karakter is trouw aan zijn baas en een vriendelijke houding jegens anderen. Hij is beslist een goede huishond, maar gehard genoeg om de meest zwaare weersomstandigheden te trotseren als hij in een buitenkennel wordt gehouden. De samojeed blaft zelden, en is een van de oudste gedomesticeerde honden in de wereld. Er is alle reden om aan te nemen dat de pomerian (kleine keeshond) afstamt van de samojeed, omdat het Pomeriaanse volk en het Samojedenvolk tot hetzelfde grote Finse ras behoren.

                                     TheKennelAfb4

Houdin, van de expeditie van de Hertog der Abruzzen

 

Sinds de vorming van de Club is het noodzakelijk geworden om een standaard op te zetten,  die als leidraad voor keurmeesters dient om uniformiteit te verzekeren. Een overzicht werd een paar maanden geleden al in de Queen afgedrukt, en wordt hier weergegeven.

kleur: Zuiver wit; wit met citroengele accenten; bruin en wit; zwart en wit. De zuiver witte honden, die uit het hoogste noorden komen, zijn het meest typisch voor het ras.

uitdrukking: Bedachtzaam en opmerkelijk fraai van aangezicht. Vecht-instinct komt sterk tot uitdrukking indien het wordt opgewekt. 

intelligentie: Ongebruikelijk intelligent zoals aangetoond wordt doorde vele doeleinden waar deze hond voor gebruikt wordt bij het Samojedenvolk, en het gemak waarmee ze kunstjes kunnen leren.

afmetingen en gewicht: Reuen 48 tot 54,5 cm schouderhoogte, teven 45,5 tot 49,5cm. Gewicht ongeveer 18kg.

hoofd: Krachtig ogend, wigvorming, maar niet vos-achtig. Breed en plat tussen de oren; de stop niet al te uitgesproken. Een strakke snuit, niet te lang, zonder dikke lippen. Sterke kaken en rechte tanden. De neus kan zwart of vleeskleurig zijn.

ogen: Vol uitdrukking en menselijk, schitterend bij opwinding; enigszins schuingeplaatst en goed uit elkaar. De ogen zijn bij voorkeur donker, maar andere kleuren zijn toelaatbaar.

oren: Opstaand, ver uit elkaar en vrijelijk beweegbaar. Iets naar achteren  geplaatst, in tegenstelling tot de eskimo en de chow-chow, die naar voren staan. De vorm is driehoekig en niet te groot, de tip iets afgerond.

lichaam: Een welgevorm lichaam, maar niet gedrongen. met een rechte rug. Gespierd en met diepe ribbenkast. De borstkas breed en diep, een groot longvermogen tonend. Rechte borst en sterke nek.

benen: Stevige botten, gespierd en niet te lang. Dijen goed bevederd, de voorbenen recht. Achterbenen  pezig en op snelheid gericht.

voeten: Lang en lichtelijk gespreid, om een goede grip te krijgen. De tenen gebogen en goed bijeen. De zolen behaard en met stevige kussentjes, om grip te geven en bescherming tegen ijs en sneeuw.

staart: Lang, met overvloedig uitwaaierend haar. Over de rug of zijde gedragen bij enthousiasme en plezier, in rust neerhangend met een licht opkrullend eind.

vacht: Lang en dik, goed uitstaand over het gehele lichaam, in het byzonder op de rug, en vrij van krul. Een zeer zachte en wollige ondervacht, een lange borstelige bovenvacht. Op het hoofd en de oren is het haar kort en heel zacht.

                   TheKennelAfb2

Een veelbelovend nest

 

De puppy's van de samojeed zijn bizonder fraai, en ze verliezen niets van hun charme als ze opgroeien. Een groot voordeel is dat ze bijna geheel vrij zijn van ziektes, zelfs aan hondeziekte schijnen ze niet onderhevig te zijn. Antarctic Buck, de winnaar van de Dalziel Cup in Redhill vorige maand, is geïmporteerd door de heer Kilburn Scott, en hij is zeker een grote aanwinst voor het ras in Engeland. Hij werd geboren op de Zuiderkruis, op weg naar Antarctica, en kwam pas vroeg in dit jaar uit quarantaine. Hij is 54,5cm aan de schouder en  89cm lang. Hij heeft het mooie open voorhoofd, de grote kraag om z'n nek , pluizige staart en haar rond de tenene, wat zo kenmerkend is voor dit ras. Hij is geheel sneeuwwit, met de glans in z'n vacht die dit ras zo bizonder maakt. Ieder die hem gezien heeft verklaart dat hij het mooiste exemplaar van het ras is, dat ze ooit gezien hebben.

B.

                 AntarcticBuck