Het woordenboek geeft als betekenissen van het woord SOUND : gezond, gaaf, zuiver.

Het beste is mijnsinziens: DEUGDELIJK. (E.K.)

 

SOUNDNESS" BIJ DE SAMOJEED

door PAT HOWDEN

 

Men heeft mij gevraagd een definitie te geven van het begrip "soundness," aangezien er vele tegenstrijdige opvattingen schijnen te bestaan welke ken­merken van een hond vallen onder soundness en welke vallen onder de fouten of de variatie in type.

 

                          Arvid

Nentsikaja Arvid Dawitnov

 

Soundness is een toestand van gezondheid, zowel geestelijk als lichamelijk. Een deugdelijke hond is er een die voldoet aan alle eisen van de standaard voor zijn ras, die genoemd zijn onder vacht, rug, borst en ribben, achterhand, voorbenen, voeten en enkele eigenschappen van het hoofd zoals kaken en tanden en donkere ogen.

Elke kenmerkende eigenschap van een hond moet op een normale manier functioneren. Indien een hond een kenmerk mist, of het functioneert niet normaal, dan is het een ondeugdelijke hond.

Laten we eens kijken naar de betekenis van het woord type in het licht van het feit dat het geloof heerst dat samojeden een gedrongen type, een slank type, een showtype of een sledehondentype kunnen hebben. Nauwkeurig gesproken is er maar één type en dat wordt gevonden bij de hond die voldoet aan de stan­daard van zijn ras. Er is maar één standaard en dat is degene die er op staat dat de hond de juiste kenmerken heeft om het werk te doen en het leven te leiden waarvoor hij bestemd is.

Er is geen min type! Een hond is òf correct overeenkomstig de standaard en daarom het goede type, òf hij is incorrect, niet deugdelijk en helemaal van geen type. Met een ideaalbeeld voor ogen, hoe is het dan mogelijk dat we honden zien van verschillende lichaamsbouw, die allemaal overeenstemmen met het enige echte type?

U hebt het sledehondentype horen verfoeien als te grof, te groot of te weinig verfijnd voor de tentoonstellingsring. Ik heb zulke groffe, grote, onverfijnde honden gezien, maar met mijn achtergrond van sledehonden kan ik deze honden ook niet zien als het ideaal voor het trekwerk. Ze waren te langzaam, te on­gemakkelijk en te onhandig om het werk te doen waar ze voor bestemd waren. Ze voldeden niet aan de specificaties van de standaard en ik zou ze afkeuren als sledehonden, net als ik ze zou afkeuren voor de showring.

De standaard is opgezet op de vereisten van de werkende hond, en iedere afwijking van die standaard is niets meer of minder dan een schandelijke afwij­king van de gezondheid en de emotionele behoeften van de hond. Het is tijd dat we ophouden iedere hond die niet aan de standaard voldoet een sledehond te noemen, omdat hij er geen is in de enige betekenis van het woord.

U hebt ook het showhondentype horen bespotten door de slee-drijver, als te zwak, te ondeugdelijk en te zeer emotioneel onvoorspelbaar voor het trekwerk. En hier komen we op een punt van ernstig meningsverschil. De hond die we vandaag de tentoonstelling zien winnen is niet bruikbaar voor het sledewerk.

Waarom wint hij dan als hij niet aan de standaard van deugdelijkheid voldoet? Enerzijds omdat er geen sledehonden in de ring staan om hem tegenspel te bieden en er te veel keurmeesters zijn die onvoldoende getraind zijn en die in feite bang zijn een hond op deugdelijkheid alleen te beoordelen, als ze vinden dat ze specifieke kennis van het ras te kort komen.

Wat is dan een echte showhond? Het is een sledehond met weinig of geen fouten van betekenis. Het heeft niets met de prestatie van een sledehond te maken of z'n oren te groot zijn, z'n snuit een beetje te lang of te kort, of z'n pigment onvolkomen is; het is alleen van wezenlijk belang dat hij lichamelijk gezond is en geestelijk oplettend en verlangend. De showhond moet in de eerste plaats sledehond zijn, en pas op de tweede plaats vrij van fouten. Als de honden, die tegenwoordig geshowd worden, alleen op soundness beoordeeld werden, zouden ze in vernederende schande de ring uitgezonden worden.

Klinkt dit te hardvochtig? Hoe wordt een fout gedefinieerd? Wel, het is iets in de algehele verschijning van de hond, los van de eisen van soundness, dat z'n schoonheid ontsiert. Hij kan een merkwaardige knobbel hebben of de punt van z'n staart buigen, hij kan de bevedering aan z'n benen missen of zoals boven gezegd grote oren hebben, enzovoort.

Fouten zijn niet en zijn ook nooit zo'n bedreiging voor de toekomst van een ras geweest als "unsoundness," en ze zouden het laatste punt van overweging moeten zijn bij de selectie van fokmateriaal. Ongelukkigerwijs zijn ze maar al te vaak het eerste waar die fokkers aan denken, die hun zinnen gezet hebben op het winnen in de tentoonstellingsring door de nadruk te leggen op de spec­taculaire kenmerken van het ras, terwijl ze de ondeugdelijkheden die er in sluipen veronachtzamen en verdonkeremanen.

Er zijn ook mensen, die er om een of andere ondoorgrondelijkeoordelend taalgebruik, valt niet goed bij mensen die er anders over denken reden, een hekel aan hebben de samojeed een sledehond te horen noemen. Mischien zijn ze bang dat over de sam gedacht wordt als een husky en dat ze wellicht op deze manier in de gedachten van het publiek geassocieerd worden met alle kwaadaar­digheden en onware dingen die gezegd en geschreven zijn over husky's en andere noordelijke rassen. Ik heb deze honden in het tuig gezien en thuis bij hun eigenaren, en het is duidelijk dat de honden zijn wat hun eigenaren er van maken.

Een onkundige, ruwe musher zal honden hebben die voortdurend in de verdedi­ging zijn, argwanend en niet te vertrouwen of te behandelen zijn op een manier, die lijkt op de wijze waarop wij met onze sammen omgaan. Ik heb ook honden gezien die met begrip behandeld werden en daarom net zo vriendelijk en aanhan­kelijk waren, zoniet meer, als de meeste schoothonden die ik gekend heb.

Weinig mensen hebben een team van samojeden zien werken en nog minder hebben zich in een positie bevonden waarin hun leven afhing van de emotionele stabiliteit en het lichamelijk uithoudingsvermogen van hun team. Degenen die het wel meemaakten, zullen nooit dat diepe gevoel van dankbaarheid vergeten dat ze hadden toen hun honden hen tenslotte veilig thuis brachten, na een lange tocht in het niets. Zodra je op de slee hebt gestaan zul je ontdekken dat er geen groter lof is die je een samojeed kunt toezwaaien, dan hem een sledehond te kunnen noemen. Hij is iets heel bijzonders geworden en veel meer dan zo maar een hond. Hij kan de plaats van een ander mens niet innemen, noch zou hij behan­deld willen worden als een mens, maar hij heeft zich in de ervaring van zijn musher een plaats geschapen die nooit bedreigd kan worden door een andere hond.

 

                            AimoMoeGrmoeder

Aimo met moeder en grootmoeder

 

De samojeed is ook, zoals vastgelegd, een herdershond. Maar dit maakt hem niet anders wat lichaamsbouw betreft dan een sledehond. De lichamelijke vereisten van de één zijn identiek met de vereisten van de ander; ze zijn beiden het zelfde type omdat ze aan dezelfde standaard moeten voldoen. Dus of je nu denkt aan de samojeed als een herdershond of als een sledehond, hij is in feite dezelfde hond. En als je aan hem denkt als een showhond, zou je moeten denken aan een zeer superieure sledehond, die weinig of geen fouten heeft en absoluut geen unsoundness.

Maar als U tegen een musher spreekt van de samojeed als een sledehond, doe het dan in hemelsnaam niet spottend. U beledigt de beste vrienden die hij ooit gekend heeft en het is niet veilig of verstandig om dat te doen.

 

Canadian Club Bulletin, 1960

coll. W.M.Clay

vert. Eris Koops